We zijn gewend dat er in Nederland meerdere culturen zijn. Over het algemeen gaat dit prima, maar er zijn ook botsingen tussen de verschillende culturen.

Als je in Nederland komt wonen moet je nieuwe dingen leren. Je neemt de belangrijkste dingen over van de dominante cultuur, zoals de taal en fatsoenregels. Voor veel mensen geldt dat zij zich zo aanpassen dat er weinig van hun originele cultuur overblijft. Als je veel van je eigen cultuur vervangt, heet dit assimilatie.

Nieuwkomers nemen Nederlandse gewoonten over, maar houden ook hun eigen cultuur. Dit noemen we integratie. Het is belangrijk dat je de taal en de waarden en normen van het land kent, maar volgens de wet mag je ook jouw eigen geloof hebben en heeft iedereen het recht van vrijheid van meningsuiting.

Soms botsen culturen. Dit kan leiden tot discriminatie of nog erger iemand wordt mishandeld omdat hij iemand zijn cultuur zou hebben beledigd. Een voorbeeld hiervan is Theo van Gogh.

Botsingen kunnen voorkomen worden door wederzijdse aanpassing. Hiermee wordt bedoeld dat allochtonen en autochtonen zich aanpassen en openstaan voor andere culturen. (bijv. Gerechten, muziek) De komst van andere culturen kan Nederland dan ook leuker maken.

Alle politieke partijen vinden integratie belangrijk, maar benaderen het wel anders. Rechtse partijen benadrukken dat allochtonen de Nederlands vrijheidsrechten accepteren. Linkse partijen zien integratie als een middel voor allochtonen om hun kansen te verbeteren. De Christelijke partijen benadrukken vooral het respect voor elkaars religie, maar vinden ook dat nieuwkomers zich moeten aanpassen.

Nieuwkomers moeten ook een inburgeringscursus volgen, waarin zij leren over de Nederlandse gewoonten. Ook hebben zij de verpliching om Nederlands te leren spreken.