Veel allochtonen hebben een goede plek gevonden in de Nederlandse samenleving. Zij zijn geïntegreerd. Andere hebben meer moeite om deze plek te realiseren. De discussie over dit onderwerp heet het multicultureel debat.

 Er zijn factoren waardoor de integratie soms niet lukt:

1. Taalachterstand: doordat mensen de taal niet goed begrijpen, hebben ze moeite   om contact te maken met bijv. buren of collega's.

2. Afgebroken schoolopleiding: Integratie verloopt lastig als je geen diploma behaald. Onder Turkse en Marokkaanse jongere ligt dit cijfer hoger dan bij andere groepen.

 3. Werkloosheid: Doordat mensen geen diploma hebben vinden zij ook moeilijker een baan. in 2005 was 16 procent van de niet-westerse allochtoon werkloos. Dit tegenover 6 procent van de totale beroepsbevolking.

 4. Discriminatie: Hiermee wordt bedoeld dat mensen in dezelfde situatie ongelijk behandeld worden. Dit kan zijn bij solliciteren (niet-westerse naam wordt niet uitgenodigd) en bijvoorbeeld in hun vrije tijd (weigering discotheek)

Waarom integratie vaak wel lukt:

 We noemen onderstaande succesfactoren

 1. Tijd: Door de tijd integreren veel kinderen van allochtonen vanzelf. Deze kinderen voelen zich meer 'Nederlander'. We noemen hen de tweede of derde generatie. Zij zijn beter geïntegreerd dan de eerste generatie.

 2. Taal en opleiding: In Nederland is er de leerlplicht. Met een diploma en een goede beheersing van de Nederlandse taal heb je in Nederland meer kans op een goede baan.

 3. Werk: Als je werk hebt is integratie een stuk makkelijker. Steeds meer hoog opgeleide allochtonen hebben een betaalde baan. Ook in de politiek komen steeds meer allochtonen.